De zon staat recht in het zenith als ik door de poort van afkickkliniek ‘Berg & Bosch’ rijd. Een witte villa verstopt in het Utrechtse groen. Morgen precies een jaar geleden liet ik hier de deur met een doffe dreun achter me dichtvallen. Dit is hoe ik mijn kliniek graag zie: stralend in de zon op de laatste dag van augustus.
Ik was vergeten hoe mooi het hier was. De Utrechtse bossen lijken ouder dan die in de rest van Nederland. Vorig jaar duurde het trouwens zeker anderhalve week voordat ik oog kreeg voor het natuurschoon hier. Het landhuis lijkt kleiner, zoals oude kinderkamers dat ook kunnen hebben. Misschien het euvel van bedevaart: als je half Europa hebt doorkruist en je zonden overdacht, is de Kathedraal van Santiago de Compostella maar een lullig kerkje op een heuvel. Het helende aspect van bedevaart zit natuurlijk vooral in de ‘vaart’.
Want dat dit bedevaart is, staat buiten kijf. Een jaar geleden droegen ze hier iemand binnen die ik niet graag herken. Meer dood dan levend en zowel lichamelijk als psychisch opgebrand. Een maand later liep een opgelapte jongeman de deur uit, de verschroeiende zon tegemoet. Het is ook de reden van mijn bezoek: mijn verhaal delen met verslaafden die hier op dit moment twijfelend hun eerste stappen zetten in herstel. Laten zien dat het kan.
Maar ze staat er dus nog, mijn afkickkliniek. Witte bakstenen glimmend in de middagzon. Het is ongelooflijk. 365 dagen per jaar krijgen mannen en vrouwen hier een tweede kans – met wisselend succes. Zomer, herfst, lente, winter en weer zomer – heel het jaar door lopen ze in en lopen ze uit. Een oneindige stroom ontheemden met vaak dezelfde ellende vindt hier hun laatste toevlucht. En ik ben één van hen.
Binnen is het broeierig warm. In de woonkamer zitten de huidige bewoners in een kring te wachten. Gewoon mensen zoals jij en ik – in ieder geval zoals ik. Op hun gezicht dezelfde vragen als ik had. Dezelfde angsten. Ben jij echt nuchter en clean? Buiten? Dat kan? Dat bestaat? Ik probeer er de rode draad van mijn verhaal van te maken: Het kan dus echt.
Aan deze tafel in deze ruimte had ik vorig jaar een realisatie: alles moet anders – en voor altijd. Ik zat hier net een week en langzaam begonnen detoxverschijnselen en de effecten van zware ontwenningsmedicatie plaats te maken voor zelfreflectie – voor het eerst in jaren. De twijfel en radeloosheid zitten nog vers in mijn geheugen. Ik durfde niet naar huis: hier zat ik goed, hier was ik veilig. Thuis maakte ik geen schijn van kans – dat was een zekerheid.
Ik hoop dat mijn verhaal resoneert binnen deze kring. Het is belangrijk voor me dat ik dit goed doe. Er wordt in ieder geval aandachtig geluisterd en vaak geknikt – soms zelfs gelachen. Ik doe mijn best uit te leggen dat het ooit makkelijker wordt – makkelijker, nooit makkelijk – maar dat je dat tijdens het proces niet ziet. Ik realiseer me nu pas dat mijn afgelopen jaar best een succesverhaal genoemd mag worden. Het kan dus echt.
Op de terugweg voel ik me lichter, het begint wat af te koelen. Zou het dan allemaal goedkomen? Dat het tegen alle verwachtingen in gewoon wel lukt. Ik draai de radio uit. Een felrode zon zakt in de Waal als ik Brabant binnenrij. De laatste stralen dragen een bijna tastbare dankbaarheid in zich. Het kan dus echt. Mijn ogen lijken te tranen, maar dat is de weerkaatsing van het licht op het water. Onder de Nijhoffbrug stroomt de rivier kalm maar doelbewust richting zee. Ik zeg een stil gebed terwijl de zon in het westen afscheid neemt.