Op de eerste dag van de zevende maand van het jaar 2023 scheert een kleine komeet met de liederlijke naam C/2023 E1 langs de zon. Vanaf de aarde gezien is het niet meer dan een groene vlek aan de hemel – ergens in de buurt van de Kleine Beer. Op hetzelfde moment bel ik zenuwachtig mijn vader voor een eerlijk gesprek.
“Pa, ik heb het verkloot. Het is echt heel erg.” Twee zinnen. Tien woorden. Was dat zo moeilijk? Een uur later zit ik bij de huisarts. Een maand later in een afkickkliniek in de buurt van Bilthoven. Het kan verkeren.
1 juli 2023 is mijn D-Day. Ik weet bij het ontwaken: dit is de dag. Of vandaag komt alles uit en ik stop met drinken of vannacht stopt mijn hart met kloppen. Ik verkies beide scenario’s boven op deze manier doorleven. Hulp vragen is moeilijk – ook ik had een zetje nodig. Bij mij is het mijn baas die me deze ochtend op een stoel zet met de opmerking: “Gino, vertel nu eens hoe het zit. Ik geloof niets meer van die verhalen van jou.”
Waarom is hulp vragen zo moeilijk? Het is de angst voor het onbekende. Deze ellende ken ik al jaren, maar wat komt ervoor in de plaats? Combineer dit met het mijn benevelde beoordelingsvermogen en het is niet verwonderlijk dat ik zo lang bleef aanmodderen.
Op een slordige 56 miljoen kilometer afstand van de aarde vervolgt de kleine komeet zijn hemelbaan richting sterrenbeeld Walvis. Ik zit op anderhalve meter van de huisarts in een kleine consultatiekamer. Haar blik houdt het midden tussen professionele interesse en menselijk mededogen. Ze stelt vragen die een arts hoort te stellen. Vragen die ik al jaren probeer te ontwijken: Wat? Hoeveel? Hoelang? Elke vezel van mijn lichaam verzet zich tegen eerlijkheid. In mijn hoofd galmt het paniekerig: Niet zeggen sukkel! Ze gaan het van je afpakken!
Ze gaan het inderdaad van me afpakken, maar nog niet meteen. Zonder intensieve medische supervisie is stoppen met deze hoeveelheden alcohol levensgevaarlijk, legt de arts mij uit. Niet stoppen? Dat hoef je een verslaafde geen twee keer te zeggen. Minderen tot de klinische opname wordt wel aanbevolen. Ik probeer mijn inname te beperken tot vier flessen wijn per dag – dat lukt nauwelijks.
Met het invallen van de nieuwe maan halverwege juli is C/2023 E1 met het blote oog zichtbaar vanaf de aarde. Een brandende ijsbal aan een donker firmament – voor iedereen te zien. Ondertussen vervolg ik mijn baan door de stad. Voor mijn gevoel wijzen mensen in het voorbijgaan en fluisteren ze achter mijn rug over mijn nederlaag. Paranoia is mij zeker niet vreemd in gebruik.
Het is natuurlijk een totaal bezopen situatie: iedereen weet dat ik aan de fles zit, maar ik mag en wil niet stoppen. Dus dwaal ik stuurloos door de straten in afwachting van wat komen gaat. Eerlijkheid afwisselend met onsamenhangend gebrabbel en mensen in verwarring achterlatend. Mijn openheid wordt gewaardeerd, maar mijn omgeving vraagt zich ook af wat deze waard is. Het is totaal niet te peilen met welke versie van mij ze te maken hebben. Voor mijzelf trouwens ook niet. Later leer ik dat het devies vanuit de verslavingszorg in deze periode luidt: de verslaafde levend in de kliniek krijgen. Waanzin.
Op een warme zomeravond zit ik in de tuin van mijn ouderlijk huis. Morgen vertrek ik naar afkickkliniek Berg en Bosch. Hoewel ik steeds zwaarder beneveld raak, zijn de gesprekken eerlijk. Boven mijn hoofd hangt een kleine komeet aan de horizon, steeds verder vervagend vervolgt hij zijn reis door het zonnestelsel. Soms stel ik mezelf deze maand voor als een groot kosmisch drama waarin ik een bijrol vervul. Alles voor de illusie van sturing, want zelf heb ik de regie namelijk zeker niet in handen.
Misschien heeft niet alles betekenis, maar feit blijft dat de komeet klein en groen was en ik het allemaal nog kan navertellen. Dat is allebei niet minder dan een wonder.