Verslavingsblogger Gino is eind oktober teruggevallen. Dat is een erg pijnlijke ervaring, maar hoort ook bij verslaving. Lees in het vierluik ‘Terugval’ het eerlijke verhaal over deze donkere periode. Het gevecht met het eerste glas, de waanzin daarna en een noodzakelijke, hernieuwde opname in onze kliniek in Portugal. Deze week deel IV: ‘Odyssee’.
Mijn Odyssee duurt voort. Na omzwervingen langs verschillende klinieken in Nederland kom ik in een GGZ Interventie-instelling in Portugal terecht. Het is een intense dwaaltocht, maar volgens de doktoren noodzakelijk. De eerste dagen moeten ze me vastbinden aan de mast om geen gehoor te geven aan de Sirenen in mijn hoofd. Ik drijf stuurloos tot de horizon en de goden zijn niet van plan de wind gunstig te stellen.
Na de bloedige belegering van Troje ben ik aangespoeld op een eiland. Mijn schip is vergaan en de bemanning is verdwenen. Ik kan nu echt niet meer terug. Na enkele dagen begin ik te begrijpen waarom ik naar de andere kant van Europa ben gestuurd. Alles hier is anders en dat voelt bevrijdend. Misschien zijn het de citrusbomen die vol zelfvertrouwen ontkennen dat het januari is. Misschien is het dat beroemde mediterrane licht dat kleuren helderder maakt. Of is het de zeewind die raast als een heldendicht. Met veel gevoel voor theater waan ik mezelf Odysseus. Ik kijk naar mijn vingers: die trillen nauwelijks nog – dat is een overwinning.
Langzaam vindt mijn kompas het noorden terug. Op nieuwjaarsochtend wandel ik een stukje door de tuin van de kliniek. De dikke mist in de vallei maakt het hier spookachtig mooi. Ik hoest de laatste teer, troep en terugval uit mijn longen. Circe’s betovering lijkt verbroken. Het gevoel de controle over mijn lichaam terug te krijgen is magisch. Het betekent ook dat ik mijn geest terug krijg en daarmee de herinneringen aan afgelopen maanden. Deze zijn onsamenhangend, alsof alles een ander is overkomen. Wat blijft, zijn vooral gevoelens van schaamte en onvermogen. Wie ben ik geweest?
Hier ver van huis lukt het me uiteindelijk de twijfel even te laten rusten. Ik moet hier toch met een reden zijn. Deze terugval moet een doel dienen. Net zoals in de oude mythes moet je eerst de goden tarten en diep zinken om te kunnen groeien tot een groter mens. Dat is hoe de verhalen gaan. Ik mis enkel het gebeeldhouwde lichaam van een demigod. De Griekse helden hadden het trouwens makkelijk: in de oudheid waren demonen gewoon extern en betekende persoonlijke groei vooral militaire successen. De moderne wereld lijkt complexer.
Op de laatste dag van januari loop ik met twee mede-patiënten door de tuin met citrusbomen. We plukken sinaasappels voor het ontbijt. Mijn reis zit er bijna op – fysiek dan. De artsen zeggen dat ik progressie heb geboekt, maar ik twijfel. Ik heb geen cycloop verslagen of zeemonster gedood. Zal het genoeg blijken? Ben ik straks welkom op Ithaka?
Mijn vrienden hier gooien lachend fruit over in deze beschutte tuin. Het is hier prachtig – en veilig. De zon komt op achter de heuvels en verjaagt de mist uit het dal. De wind draagt onmiskenbaar de geur van de Middellandse Zee met zich mee. Een zee gemaakt voor grote verhalen en heldhaftige triomftochten, maar ik durf nauwelijks naar huis. Ik heb geen idee hoe ik mijn nuchterheid ga aanpakken, geen idee hoe ik het vertrouwen herwin, geen idee of ik het nu echt geleerd heb.
Ik ben geen held. Ik ben geen Odysseus die terugkeert na een episch avontuur. Ik ben een simpele sterveling die angstig om nog een kans komt vragen – niet zeker of hij deze waard is. Ik kijk uit over de Algarve in al haar groene overdaad. Twijfel en verwondering vechten om voorrang, maar als er zoveel moois is in deze wereld, moet je wel bezopen zijn om het niet te willen zien. En dus duurt mijn Odyssee voort