BROEDER BLOEM

Op het balkon staat een zonnebloem in een blauwe pot – en ik zit naast hem. Het is een vroege zondagochtend. Fier speurt het geel-zwarte bloemhoofd de horizon af naar de eerste stralen van zijn naamgever. Ik neem een slok koffie, sla de weekendkrant open en merk de rust en het gezelschap tevreden op. 

Binnen klinkt een countryplaat. Weemoedig zingt een jong gestorven Texaan over eenzame ochtenden in de Guadalupe Mountains en troostende fauna. De overeenkomsten lijken te treffend om op toeval te berusten. Hoewel, toeval? Het zijn de favoriete onderwerpen van de troubadour en ik heb de plaat per slot van rekening zelf opgezet. Vrolijk ritselt de gele bloem in de blauwe pot met zijn bladeren op het ritme van de muziek. 

Volgens mij is er straks een voetbalwedstrijd in de stad, misschien gaat het zelfs nog ergens om. Ik heb met Broeder Bloem afgesproken niet te kijken. Voetbal lijkt steeds meer iets van vroeger: een gegronde reden om vroeg op café te gaan, hard te schreeuwen en methodisch te zuipen. Het is beschamend om toe te geven, maar als één van de drie pilaren wegvalt, verliezen de andere twee ook hun charme. De bloem oordeelt niet, hij geeft niet veel om sport op televisie en schreeuwen doet hij zelden. 

Ik heb altijd een band gevoeld met eenjaarsbloeiers in het algemeen en zonnebloemen in het bijzonder. Misschien is het de drang tot een ‘kort en heftig leven’, maar er zijn meer overeenkomsten te bedenken. Er is mij ooit verteld dat ik op een zonnebloem lijk. Ik ben er nog niet uit of dat een compliment is. Antropomorfisme noemen ze dat, geloof ik: het projecteren van menselijke eigenschappen op dieren of dingen. Dat heb ik altijd sterk gehad. Als kind al met kleding of speelgoed, maar ook later als volwassen man. Ik herinner me nog dat ik het nieuws las dat ruimtesonde Voyager I het zonnestelsel verliet – als eerste mensgemaakte object. Het medelijden dat ik had met de kleine satelliet die helemaal alleen de interstellaire duisternis werd ingestuurd was misschien wat overdreven. Ook met huisraad als stoelen, lampen en schilderijen heb ik een diepere vertrouwensband dan je eigenlijk behoort te hebben met levenloze objecten. Nu ik dit op papier zie staan, vrees ik dat een diagnostisering binnen het autistisch spectrum niet lang uit kan blijven.  

Mijn vriendschappelijke betrekkingen met de zonnebloem komen vandaag goed uit. Sinds ik uit de kliniek ben, ben ik veel alleen. Dat is in eerste instantie verstandig: sociale drukte en groepen mensen zijn zaken die ik in pril herstel beter kan mijden. Drank was voor mij nu eenmaal een schild tussen mij en de wereld en nuchter ben ik kwetsbaar. Iets meer op mezelf leven is op dit moment misschien helemaal geen slecht idee. 

Maar waar ligt de grens? Gevaarlijker wordt het wanneer ik mensen ga ontlopen. Op hooghartige dagen tijdens mijn eerste periode van herstel wilde ik weleens grappen: ‘als ik terugval, mogen jullie me in een AA-kolonie stoppen, of verhuis ik naar Saudi-Arabië of een ander alcoholwerend land.’ Zo’n gek idee lijkt dat helemaal niet: in de oliemonarchie wordt de straf die staat op drankmisbruik in ieder geval beslecht per kromzwaard en niet met de gifbeker.   

De zon staat nu pal boven het balkon, de bloem en mij. Binnen is de plaat al even afgelopen. Op straat begint wat reuring te ontstaan. De wedstrijd zal zo wel beginnen, inclusief uitbundig gezang en spannende ontknoping. Gelukkig hoef ik daar niet bij te zijn. Ik niet en de zonnebloem in de blauwe pot ook niet. 

Je kunt je niet voor altijd verstoppen en ik beloof dat ik morgen onder de mensen kom, maar voor vandaag bedank ik Broeder Bloem voor zijn gezelschap – wetende dat ik nuchter blijf. 


Wij helpen bij verslaving.
Heb jij hulp nodig?

020 – 231 00 00
Hulp aanvragen
Chat met ons

Stel jouw vraag
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

© 2025 GGZ Interventie | Beelden van Pexels.com of eigen beelden

Nu hulp

Bel ons