Afstand

Hemelsbreed is het misschien een paar honderd meter, maar door het hoogteverschil lijkt de afstand veel groter. Boven ons torent een immens beeld van de Italiaanse aartsvader Giuseppe Garibaldi. Zittend op zijn bronzen paard grijnst hij ons ongenaakbaar aan. Vanaf de Heuvel van Janiculum kijk je schitterend uit over de oostbank van de Tiber met daarachter het historisch centrum van de stad.

“We moeten opschieten want de zon gaat zo onder.” Het is lang geleden dat ik met mijn vader op vakantie ben geweest. Het is sowieso lang geleden dat ik op vakantie ben geweest. Zijn gedegen voorbereiding en pünktlichkeit op dit soort momenten voelen nog altijd vertrouwd. We zijn in Rome, net zoveel op bezoek in de Eeuwige Stad als op de vlucht voor carnaval in Brabant. Ik zie mezelf thuis al gefrustreerd op de bank zitten. Alles wat ruikt naar feestvreugde of confetti luid vervloekend. Het is absoluut uitgesloten dat ik dezer dagen in het land ben.

‘Waarom mis ik het?’ – vraag ik mezelf terwijl ik over het dal uitkijk. Eigenlijk mag ik dat platte zuipfestijn helemaal niet missen van mezelf. En toch mis ik het. Ik sta hier in de mooiste stad van Europa en verlang naar een bruin café waar beschonken vrienden en familie vol overgave liederen van bedenkelijk niveau meebleren. Soms vraagt pa me of het goed gaat. Ik heb me een beetje verkeken op deze heuvel. Het is moeilijk uit te leggen zonder boos te worden – vooral op mezelf.

De eerste dagen ben ik een vat opgekropte woede en dit reageer ik af op ongelukkige mede-toeristen. Een groep Aziaten verkleed als selfiestick host van kerk naar fontein. Op een slecht gestemde viool speelt een straatmuzikant Vivaldi – er mist alleen nog een dweilorkest. Wat is massatoerisme vreselijk. Ik schaam me dat ik hier onderdeel van uitmaak. Ik schaam me dat ik thuis mis. Ik schaam me dat ik niet gewoon kan genieten van een mooie dag op een mooie plek met mijn vader.

Nog een tiental meters tot de top. Rome glinstert op haar heuvels, zich weinig bekommerend om mijn frustraties. Meer dan twintig eeuwen bouwkunst in één oogopslag – net zoveel gedragen door gezamenlijke geschiedenis als door stenen fundering. Van Oudheid via Renaissance naar Moderne Tijd. Een stad die zichzelf zo vaak opnieuw heeft uitgevonden is niet snel onder de indruk. De Tiber stroomt onverstoorbaar van Apennijnen naar de zee. Het maakt de rivier niet uit of er een legioen soldaten of een leger toeristen over zijn bruggen de stad binnentrekt.

Aan de overkant zakt Rome weg in de schaduw. De avondlucht werkt reinigend. Ergens ver weg lopen mensen van wie ik hou een polonaise. Staand op de top van de heuvel kan ik ver zien. Mijn gevoel voor afstand lijkt nu feilloos. Is die afstand permanent? Ik mis niet zozeer de polonaise, maar vooral degenen die hem lopen. Ik hoop dat ze het leuk hebben.

Ik mag ze missen. Ik herhaal de zin hardop.

Achter ons vangt Garibaldi op zijn paard de laatste zonnestralen. Zo ziet onoverwinnelijkheid eruit. Naast ons trekt een stelletje een fles wijn open. Hij schenkt in; zij kijkt verliefd; ze proosten in het avondrood. Mijn vader legt een hand op mijn schouder. Mijn overwinningen zijn misschien klein en vluchtig, ze zijn niet onopgemerkt gebleven.


Wij helpen bij verslaving.
Heb jij hulp nodig?

020 – 231 00 00
Hulp aanvragen
Chat met ons

Stel jouw vraag
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
© 2024 GGZ Interventie | Beelden van Pexels.com of eigen beelden

Nu hulp

Bel ons