Al jouw vragen over alcoholverslaving beantwoord

Alcoholverslaving is de meest voorkomende verslaving. 8 op de 10 Nederlanders drinkt alcohol. Het is daarom niet verbazend dat alcoholverslaving één van de meest voorkomende verslavingen is. Hieronder geven wij antwoord op de 12 meest gestelde vragen over alcoholverslaving en de behandeling van de ziekte verslaving.

1. Als je behandeld bent voor alcoholverslaving, mag je dan echt nooit meer drinken?

Verslaving is een ziekte en door langdurig gebruik van middelen veranderen de hersenen. Aangezien de vatbaarheid voor verslaving ook na behandeling blijft bestaan is het advies om geen middelen meer te gebruiken.

In het 12-stappenprogramma wordt abstinentie (geen enkel stemmingsveranderd middel gebruiken en niet gokken) niet gezien als doel, maar als een voorwaarde om weer gezonde keuzes te kunnen maken. Wanneer je onder invloed bent of geobsedeerd bent door gebruik of gokken zul je immers geen gezonde keuze kunnen maken.

Omdat de term ‘nooit’ niet helpend is, kies je er in de 12-stappenzelfhulp steeds voor ‘alleen voor vandaag’ clean te blijven. Als dat te lang is kun je ervoor kiezen ‘alleen voor vanmiddag’ of ‘alleen dit uur’ clean te blijven. Op die manier rijg je de dagen dat je clean bent aan elkaar en hoef je niet stil te staan bij ‘nooit meer’.

2. Waarom wordt de ene wel verslaafd aan alcohol maar de ander niet?

Dat is een ingewikkeld verhaal waar wetenschappers het nog niet over eens zijn. Op dit moment volgen wij het bio-, psycho-, sociale, zingevingsmodel van verslaving. Op het snijvlak van deze gebieden krijgt de verslaving vat op iemand.

Kort door de bocht:
biologisch: genen, gewenning, onthoudingsverschijnselen, afhankelijkheid;
psychologisch: opvoeding, conditionering, denkpatronen, trauma’s;
sociaal en maatschappelijk: omgeving, vrienden, cultuur;
zingeving: verbinding, doel en sturing, waardevol leven.

De ene persoon die een traumatische ervaring meemaakt raakt wel verslaafd, de ander niet. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de genen, in combinatie met de sociale omgeving (is het middel beschikbaar) in combinatie met zingeving. Het kan dus ook zo zijn dat iemand een genetische kwetsbaarheid heeft voor verslaving maar door zogenaamde ‘beschermende factoren’ zoals een veilige opvoeding en veel verbinding, geen verslaving ontwikkelt. Je kunt het vergelijken met iemand die veel pigment heeft. Als diegene nooit in de zon (in dit voorbeeld het verslavende middel) komt, of altijd lange mouwen (beschermende factor) draagt, zal diegene nooit bruine armen krijgen.

3. Als je meerdere keren per week alcohol drinkt en soms een weekend dronken, ben je dan al verslaafd?

Het diagnostische handboek van de psychiatrie (de DSM 5) hanteert 11 criteria voor een stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan 2-3 criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen;
aan 4-5 criteria een gematigde (moderate) stoornis;
bij 6-11 criteria een ernstige stoornis.

De 11 criteria:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Gebruiken en herstellen/bijkomen van het gebruiken kost veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks dat je weet dat het lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, of dezelfde hoeveelheid heeft minder effect dan eerst (tolerantie).
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door het middel te gebruiken.

Voor een gokstoornis gelden onderstaande criteria. Als je in een jaar tijd aan 4 van deze criteria voldoet heb je een gokstoornis:

  1. Met steeds grotere hoeveelheden moeten gokken om de gewenste opwinding te bereiken.
  2. Geïrriteerd of onrustig zijn bij minderen of stoppen met gokken.
  3. Pogingen om te minderen of stoppen met gokken of het onder controle te krijgen mislukken.
  4. Geobsedeerd zijn door gokken (Veel denken aan gokervaringen, denken aan manieren om aan geld te komen of bedenken of verhinderen van een volgende mogelijkheid om te gokken etc.).
  5. Vaak gokken bij onlustgevoelen (schrik, angst of depressieve gevoelens).
  6. Opnieuw gaan gokken om verloren geld terug te winnen.
  7. Liegen over het aantal uren dat je hebt gegokt of de hoeveelheid geld die je met gokken verspeeld hebt.
  8. Door gokken op het spel zetten of verliezen van je relaties, werk of loopbaan.
  9. Vertrouwen op anderen voor geld of voor het verlichten van schulden die door gokken zijn ontstaan.

De 12-stappenzelfhulpgroepen spreken echter van een “self-diagnosed disease”, een ziekte die je zelf bij jezelf kunt diagnosticeren. Je hebt dan ook geen verwijzing van de dokter nodig om hierheen te gaan.

4. Is het waar dat als je verslaafd bent geraakt aan 1 middel je sneller verslaafd raakt aan iets anders?

Ja, er is een kwetsbaarheid (ontstaan) voor verslaving, die losstaat van het middel. Wat vaak voorkomt is cross-addiction, het vervangen van het ene middel of gedrag voor een ander middel of gedrag. Het risico is dat het nieuwe middel een verslaving wordt, of dat het je terugleidt naar het gebruik van je eerdere middel. De ziekte verslaving blijft immers in stand. Het wordt weleens vergeleken met het wisselen van kamers op de Titanic.

5. Als alcohol zo slecht voor je is en zo verslavend kan zijn, waarom is het dan vrij te verkrijgen?

Hier zijn de laatste politieke discussies vast nog niet over gevoerd (net als over sigaretten). Het Trimbos instituut geeft inmiddels het advies om helemaal geen alcohol te drinken (eerder was het advies nog 1 of 2 glazen per dag) voor je gezondheid. Er zijn echter ook mensen die nog wel kunnen stoppen met drinken na 1 of 2 glazen, zij hebben niet de ziekte verslaving. Daarnaast raken mensen met de ziekte verslaving ook verslaafd aan middelen die niet vrij verkrijgbaar zijn. Het probleem is dus niet zozeer het middel, maar het stukgaan van de ‘stopknop’.

6. Ik vermoed dat iemand in mijn omgeving verslaafd is maar hij/zij is stellig van niet. Wat kan ik doen?

Verslaving is de enige ziekte die je vertelt dat je niet ziek bent (maar wel: zwak, dom, slap). Dit zorgt ervoor dat mensen met een verslaving moeite hebben om toe te geven dat er een probleem is en ze geen hulp durven te vragen. Helaas moeten de gevolgen vaak best erg worden voordat iemand in staat is dit te doorbreken. Om zelf gezond te blijven kun je naar 12-stappenzelfhulpgroepen van al-anon gaan, dat zijn groepen voor naasten van verslaafden. Het kan helpen vanuit een niet- oordelende houding in gesprek te blijven. Ook is er gratis online zelfhulp zoals samennuchter.nl.

Verder is een interventie een een serieuze optie. Met onze begeleiding confronteren naasten de verslaafde met zijn/haar verslaving. Uit de praktijk is gebleken dat 85% van de uitgevoerde interventies uiteindelijk leidt tot het aanvaarden van hulp!

7. Als je gevoelig bent voor verslavingen, hoe kun je voorkomen niet verslaafd te raken aan alcohol?

De simpele oplossing zou zijn alcohol, en andere middelen, helemaal te laten staan. Mocht je dat niet zien zitten dan kun samen met anderen extra alert zijn op je gebruik van middelen. Wanneer je het idee hebt dat er controleverlies begint op te treden (zie bovenstaande criteria) kun je het best meteen hulp zoeken. Je zou ook extra aandacht kunnen besteden aan je psychologische en sociale leven en zingeving, zodat hopelijk verslaving geen vat op jou krijgt.

8. Is een detox en opname in een kliniek altijd nodig bij een alcoholverslaving?

Aangezien de ontwenning van alcohol gevaarlijk kan zijn is het advies dit altijd onder begeleiding van een arts te doen. Er kan dan gekeken worden of een opname nodig is. Los van detoxificatie zijn er ook mensen die zonder behandeling met behulp van de 12-stappenzelfhulpgroepen hun herstel van verslaving vinden. Voor anderen is deze stap te groot en is er behandeling die je kan helpen om belemmeringen weg te nemen. Het kan echter ook zo zijn dat je klachten hebt die losstaan van de verslaving maar wel het risico op terugval vergroten. Deze kunnen tijdens de verslavingsbehandeling behandeld worden, of je kunt er na die behandeling hulp bij krijgen.

9. Hoe voorkom je een terugval?

Door je actief te verbinden met andere mensen in herstel van verslaving die werken aan 12-stappenprogramma. Door actieve deelname aan de 12-stappenzelfhulpgroepen en door na de behandeling de ingezette gedragsverandering voort te zetten door te werken aan het 12-stappenprogramma. Door inzicht te hebben in jouw risico’s en waarschuwingssignalen en hier tijdig hulp bij te vragen. Door de ‘eerste’ niet te nemen. Of door, wanneer je de eerste genomen hebt, direct hulp te vragen waardoor een terugkeer naar gebruik geen terugval hoeft te worden. Lees meer over onze behandeling van verslaving en nazorg.

10. Als ik behandeld wordt voor verslaving, wordt dat ergens gemeld?

Nee, je kunt je ziekmelden op je werk of bij de uitkeringsinstantie. Je bent immers ziek. Je kunt met je behandelaar bespreken waar en wanneer jij wilt gaan melden dat je in behandeling bent. Vaak heeft het voordelen om te melden (bijvoorbeeld op je werk) dat je werkt aan je probleem.

11. Als je sterke drank drinkt, is de kans groter dat je dan verslaafd wordt of maakt de type drank niet uit?

Nee, wanneer verslaving zich eenmaal openbaart dan maakt het middel niet uit. De meeste mensen hebben voordat ze hulp vroegen al een aantal oplossingen uitgeprobeerd: alleen drank met een laag alcoholpercentage drinken, na 17 uur drinken, alleen in het weekend drinken, alleen op feesten drinken; meestal met geen of minimaal effect.

12. Ik ben denk ik verslaafd aan alcohol. Wat nu?

Wacht niet langer en vraag hulp. Je hoeft het niet alleen te doen. Er is hulp. Onze verslavingszorg wordt vergoed door de zorgverzekering. Neem geheel vrijblijvend contact op. Wij staan voor jou klaar. Bij de eerste intakegesprek zullen wij jouw problemen bespreken en een advies geven voor behandeling. Wij bieden ambulante (deeltijd) behandelingen en klinische hulp aan waarbij je wordt opgenomen in één van onze afkickklinieken in Nederland of Zuid-Afrika.

Bel nu: 020 – 231 00 00
Vul het intakeformulier in
Of e-mail ons op: [email protected]

Wij gaan zéér vertrouwelijk met jouw gegevens om.

Verder lezen over alcoholverslaving?


Wij helpen bij verslaving.
Heb jij hulp nodig?

020 – 231 00 00
Hulp aanvragen
Chat met ons

Stel jouw vraag
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
© 2024 GGZ Interventie | Beelden van Pexels.com of eigen beelden

Nu hulp

Bel ons